Gebruik de opdracht Ondersteunde onderbrekingspunten afbeelden [
] om de onderbrekingspunten die niet van toepassing zijn op het huidige foutopsporingsdoel weer te geven of te verbergen.
Voorbeeld: als u onderbrekingspunten van C/C++ en Java hebt ingesteld en deze knop inschakelt, worden alleen de onderbrekingspunten weergegeven die gelden voor de code waarin u op dat moment fouten opspoort. Voor een Java-programma worden dus alleen de Java-onderbrekingspunten afgebeeld.

Onderbrekingspunten toevoegen
Onderbrekingspunten verwijderen
Een Java-programma starten
Uitvoeren en fouten opsporen